Het kaft als boek: over de grenzen van het boek.
Edward Vanhoutte
edward.vanhoutte@kantl.beHet boek bestaat uit twee componenten: de materiële vorm en de inhoud. Terwijl de inhoud het resultaat is van een origineel scheppingsproces en creatieve arbeid, is de materiële vorm een historische toevalligheid. Het eigenlijke product is de intellectuele inhoud, maar de hele boek-industrie focust zich al honderden jaren op de vorm van het boek. Papierfabrikanten, drukkerijen, uitgevers, distributiecentra en boekverkopers profiteren van de productie, marketing en verspreiding van papieren dragers van teksten, maar worden er langzamerhand ook het slachtoffer van. Vooral waar het gaat om uitgaven van klassieken binnen onze literatuur of om academische publicaties - de zogenaamde niet-commerciële boeken - moet die industrie consequent een beroep doen op de vrijgevigheid van de overheid om het uitgeefrisico te kunnen dragen. Per titel worden er steeds maar minder en minder exemplaren verkocht, wat de netto-kostprijs de hoogte injaagt, maar tezelfdertijd verschijnen er meer en meer titels (16.000 Nederlandstalige titels per jaar waarvan 3.500 door Vlaamse uitgeverijen worden geproduceerd). Volgens het rapport dat de Leuvense economieprofessor François in 1995 maakte in opdracht van het Vlaamse Boekverkopersverbond, heeft de boekhandel gemiddeld 4.300 boektitels in voorraad, waarvan 60 tot 70% dood is, dat wil zeggen dat er daarvan niet 1 exemplaar wordt verkocht. Deze situatie betekent concreet dat de zelfstandige boekhandel de hoge investerings- en stokkeringskosten niet meer kunnen dragen, met als gevolg dat 60% van de Vlaamse boekhandels verdween sinds 1984. Dit is nefast voor zowel de lezer, het uitgeversbedrijf als de auteur. Volgens Luc Vander Velpen van Co-Libro daalde het aantal regelmatige lezers in Vlaanderen de laatste twintig jaar met een kwart, en dat ondanks een goed uitgebouwd bibliotheeknetwerk. Het lijkt erop dat waar de boekhandel verdwijnt ook de lezer het laat afweten. Nederland, nog volgens Vander Velpen, waar 1500 boekhandels zijn, kende slechts een lezerserosie van 6%. Een aantal kleine uitgeverijen die hun distributie op een goedkope manier via de boekhandel verzekerd zag, verdwijnt mee uit het landschap, en een groot aantal auteurs vindt bijgevolg geen uitgever meer.
Tezelfdertijd floreert de self-publishing markt: folders, handleidingen, nieuwsbrieven, omzendbrieven, verslagen en teksten allerhande, ook creatieve, worden verspreid via alternatieve kanalen en op tonnen papier gedrukt. Van een ontlezing kan dus nauwelijks sprake zijn. Van een ontboeking misschien wel. Maar dat heeft alles te maken met het hardnekkig identificeren van het boek met haar vorm: een tekst op papieren drager met een kaft errond.
1. Het boek als boek
De geschiedenis van de mens is de geschiedenis van de communicatie, en vanaf het ontstaan van het schrift ook de geschiedenis van het geschreven woord. Altijd is de mens op zoek naar nieuwe manieren om de in- en uitwendige organisatie van inhouden te verbeteren, en die te materialiseren en te verspreiden. Zo ontstonden bijvoorbeeld referentiesystemen als marginalia, voet- en eindnoten, indexen, bibliografieën, concordanties en inhoudstafels. Teksten werden onderverdeeld in hoofdstukken, verzen en scènes en interlineair, parallel, consecutief of afzonderlijk afgedrukt. Maar die inhouden bleven steeds gevangen binnen hun kaft, wat pragmatische problemen opleverde, vooral voor de wetenschap.
Die problemen kende Dr. Vannevar Bush, als directeur van het Amerikaanse Office of Scientific Research and Development, maar al te goed. Vanuit de onvrede met inefficiëntie van de bestaande referentiesystemen, beschreef hij in het artikel As We May Think (The Atlantic Monthly, 1945) het idee voor een machine die de individuele gebruiker voor het eerst de kans zou bieden om zijn bibliotheek te beheren volgens de associatieve methode waarmee het menselijke geheugen werkt. Hij noemde zijn machine dan ook de Memex, wat staat voor memory extension. "A memex is a device in which an individual stores all his books, records, and communications, and which is mechanized so that it may be consulted with exceeding speed and flexibility." De memex bestaat uit een bureau met bovenaan doorschijnende schermen waarop materiaal kan geprojecteerd worden. Er is een keyboard en enkele knoppen en hendels. Het materiaal is op een verbeterde versie van microfilm gezet en kan in de memex gestockeerd worden ("Yet if the user inserted 5000 pages of material a day it would take him hundreds of years to fill the repository..."). Het materiaal zou klaar voor gebruik verkocht worden, en heel divers zijn: van foto's en tekeningen, over kranten tot correspondentie, romans, encyclopedieën... Maar de gebruiker zou ook zelf materiaal kunnen aanmaken door teksten op het glazen bovenblad van het bureau te leggen en die met behulp van een hendel op de memex film vast te leggen. Alle materiaal zou via commando's op het keyboard opgevraagd kunnen worden. Het revolutionaire bestond erin dat de gebruiker zelf een systeem van associatieve indexering kon opzetten door verschillende teksten met elkaar te verbinden met behulp van een reading path.
2. Kaft/Boek, Boek/Kaft
Met de flashy realiteit van het World Wide Web is het moeilijk om hypertekst niet te beschouwen als een uitvinding van het laatste decennium. Nochtans werden de eerste hypertekst-systemen voor een computer op het eind van de jaren '60 ontwikkeld (FRESS bijvoorbeeld), en introduceerde Theodor Nelson de term al in 1968 (Literary Machines). Nelson definieerde hypertekst als non-sequential writing dat gebruik maakt van hyperlinks om relaties binnen een universum van informatie te articuleren. De mogelijkheden van hypertekst overstegen meteen die van het conventionele boek, en met de introductie van de desktop computer in de jaren '80 en de CD-Rom in 1984, werden hypertekst-documenten ook verkoopbaar, en ontstond er een nieuwe industrie. Bush had in 1945 al voorspeld dat "The Encyclopoedia Brittanica could be reduced to the volume of a matchbox." zodat het in de memex zou kunnen opgeslagen en geconsulteerd worden, en dik vijftig jaar later kan iedereen het schijfje kopen in de boekhandel en de encyclopedie op de eigen computer raadplegen.
De lancering van het WWW op het Internet in 1991 en de ontwikkeling van grafische browsers zoals Mosaic, Netscape Navigator en MS Internet Explorer in de daaropvolgende jaren, zorgden meteen voor een distributiekanaal voor elektronisch gecreëerde of opgemaakte teksten en hypermedia. Er ontstond een nieuwe industrie van Internet-uitgeverijen en content-providers, en bestaande, conventionele uitgeverijen moesten en moeten zich noodgedwongen heroriënteren (De Encyclopaedia Brittanica is inmiddels on-line te raadplegen op http://www.britannica.com). Niet alleen elektronische teksten werden beschikbaar gesteld via het Web en FTP (File Transfer Protocol), ook de distributie en de verkoop van het conventionele boek kon profiteren van het wereldwijde informatienetwerk. Geen stokkeringskosten meer voor distributeurs en (grote) boekhandels die hun waren aanprijzen met behulp van websites.
De ontwikkeling van de e-commerce waarin het veilig betalen met de bankkaart centraal staat, zorgde voor een ongekende aantrekking van kapitaal en wilde speculaties op de beurzen. De relatieve eenvoudige grammatica van HTML (HyperText Markup Language), de taal waarin hypertekstdocumenten voor het WWW worden geschreven, zorgde voor een boom aan (zelf-)gepubliceerde documenten. Per jaar wordt er op het Internet het equivalent gepubliceerd van het bezit van de Library of Congress, de grootste bibliotheek ter wereld. Kwantiteit, zeker, kwaliteit, minder. Maar voor het Internet geldt hetzelfde als wat Ralph Waldo Emerson in The American Scholar (1837) schreef over boeken: "Books are the best of things, well used; abused, among the worst."
Het initiële enthousiasme dat gevoed werd door de exploratie van de mogelijkheden van het Net en de exponentiële groei van het netwerk, maakte na een tijd plaats voor een ontnuchterende desillusie. Het Internet en dragers zoals CD-Rom's blijken niet het antwoord te zijn op de problemen die er zijn met de productie, verspreiding en de verkoop van boeken. Het boek werd losgerukt van zijn fysieke vorm die leesbaar, citeerbaar, gemakkelijk hanteerbaar en verkoopbaar is, en in een vorm gepresenteerd die vooral distribueerbaar is. Geen enkele on-line boekverkoper heeft al winst gemaakt, en Robert J. Samuelson, columnist bij Newsweek, noemt het Internet een kapitalistische liefdadigheidsinstelling waar alles gratis wordt weggegeven of met verlies wordt verkocht. Uitzondering zijn de on-line wetenschappelijke tijdschriften die het overtuigend goed doen, en die vanwege hun astronomisch hoge abonneekosten in wetenschappelijke bibliotheken zelfs een bedreiging vormen voor het aankoopbudget voor monografieën, zoals Robert Darnton aantoonde in The New Age of the Book (New York Review of Books, 18/03/1999, zie ook de vertaling in SdL van 15/07/1999). Voegen we hier nog aan toe dat wie een tekst downloadt, die bij voorkeur ook uitprint om op de conventionele manier te lezen, te annoteren en mee te nemen naar om het even welke plaats.
3. Het kaft als boek
Het Internet mag er dan al prat op gaan dat het informatie voor iedereen overal beschikbaar maakt, met je computer ga je nog altijd niet in bad zitten. En daar veranderen laptop en palmtop computers niets aan. Ten eerste moet de beperkte levensduur van de batterijen het afleggen tegenover het permanent beschikbare boek, en ten tweede zijn er allerhande problemen met het lezen van een scherm. De gemiddelde lezer doet er 30% langer over om een tekst van het scherm te lezen, en het is ook minder aangenaam voor de ogen. Een computerscherm heeft een resolutie van 72-95dpi (dots per inch) terwijl een gedrukt boek een minimale resolutie van 1200dpi heeft. Dit zorgt ervoor dat de ogen sneller vermoeid raken bij het lezen van het scherm. Een ander fel onderschat probleem bij de creatie van elektronische documenten is dat van het scrollen van de tekst, dat het omslaan van de pagina's in een boek vervangt. De lezer die om het even welke regel tekst op om het even welke plaats ten opzichte van de randen van het scherm te zien krijgt, krijgt last van oriëntatieproblemen. Verder biedt het WWW geen alternatief voor de vier witte randen van het blad waar de lezer naar hartelust kan op krabbelen en die een bepaalde vorm van interactie met de tekst uitlokken. Ten slotte zijn de uitgevers en de auteurs mistevreden omdat de nieuwe technologie geen garanties biedt voor de regeling van de royalty's en copyrights. Er worden wel site licences verkocht, maar een elektronisch bestand blijft eindeloos en gratis dupliceerbaar, een probleem waarmee de muziekindustrie met de introductie van het MP3 formaat momenteel ook wordt geconfronteerd.
De combinatie van het loskoppelen van inhoud en vorm met de flexibiliteit van het Internet mag dan wel in theorie een groot potentieel bezitten, in de praktijk grijpt de lezer nog altijd terug naar de papieren drager. Jim Sachs, Martin Eberhard en Daniel Munyan kwamen elk afzonderlijk tot diezelfde conclusie en zochten naar een pragmatische vorm die de elektronische tekst publiceerbaar, verspreidbaar, verkoopbaar, uitwisselbaar en hanteerbaar maakte en die bij voorkeur geïnspireerd was op wat Steve Silberman in het on-line tijdschrift Wired "an icon of permanence" noemt: het boek. De oplossing lag in de ontwikkeling van een soort super-kaft dat niet alleen de inhoud van een boek zou bevatten, maar de inhoud van een bibliotheek. Sachs noemde zijn electronic handheld reading device Softbook (Virtual Press), bij Eberhard heette het RocketBook (NuvoMedia) en Munyan hield het op Everybook (Everybook Inc.). De digitale boeken zien eruit als de leesapparaatjes waar science-fiction personages sinds de jaren '50 mee rondhossen, en bestaan voor het grootste gedeelte uit een hoge-resolutiescherm dat zowel tekst als grafische informatie kan representeren. Het gewicht van de apparaten varieert van 500gr tot anderhalve kilo, en de 3:4 verhouding van het papieren blad met 80 karakterlijnen wordt getrouw nagebootst. De Softbook heeft zelfs een lederen kaft, zodat de lezer een boekgevoel krijgt als z/hij die opent en het digitale boek activeert. De gebruiksdrempel van de apparaten is quasi nul en te vergelijken met die van de koelkast: je weet al hoe je er moet mee werken, nog voor je het hebt gedaan. De bladzijden slaan om met een klik op een knop in plaats van het desoriënterende scrollen, en de gebruiker kan zelf hyperlinks aanbrengen, de teksten annoteren, zoeken op sleutelwoorden, tekst selecteren en notities maken op het scherm. De digitale boeken zijn zowel rechtop als in landscape positie te gebruiken, de grootte van het lettertype kan desgewenst bijgesteld worden, en de batterijen hebben een lange levensduur.
De drie elektronische boeken vallen terug op het Internet als distributiekanaal voor teksten en inhoud. Met de ingebouwde Ethernet-kaart verbindt je de Softbook met on-line boekverkopers op het Internet, terwijl voor de RocketBook en de Everybook de gewenste inhoud eerst moet gedownload worden op je computer voor je het naar je digitale boek kunt opladen. De RocketBook kost momenteel 199 USD en kan 18.000 pagina's tekst en/of grafieken bevatten wat neerkomt op een 40-tal boeken. Voor elke upgrade naar een hogere opslagcapapciteit (uitbreidbaar tot 32 Mb wat 36.000 pagina's kan bevatten of een 90-tal boeken), moet je betalen. Handiger is het bij de de SoftBook die 100 USD meer kost. en werkt met verwisselbare Compact Flash cards waarop 100.000 pagina's kunnen. Everybook is met een prijs van 1.600 USD de duurste in het rijtje, maar daarvoor krijg je wel twee full colour schermen waarop tegenoverliggende pagina's kunnen gepresenteerd worden in 10 miljoen kleuren wat een getrouwe nabootsing van gedrukte boeken mogelijk maakt.
Maar het succes van het e-book zal minder afhangen van allerhande snufjes dan wel van de diversiteit aan en de beschikbaarheid van downloadbare titels, en de standaardisering van het productieproces van elektronische teksten. Om een standaardenoorlog te vermijden zoals die gevoerd werd tussen de ontwikkelaars van verschillende video-formaten, hebben de e-book ontwikkelaars zich samen met een grote groep uitgevers, waaronder HarperCollis, Macmillan en Penguin Putnam, on-line boekverkopers zoals barnesandnoble.com en vertegenwoordigers van Internet-gerelateerde industrieën (Adobe, Association of American Publishers, Microsoft, Motorola, Nokia etc.) georganiseerd in een Open eBook initiatief. De voornaamste opdracht van projekt is de ontwikkeling van een gemeenschappelijke en open standaard voor eBook bestanden.
Daarvoor heeft men teruggegrepen naar HTML, de taal van het Internet, en die verrijkt met XML (eXtensible Markup Language), de taal die stormenderhand het Internet verovert. Het doel van die standaard is ervoor te zorgen dat er snel een groot aanbod aan e-boeken voorhanden is en dat uitgevers gemakkelijk e-boeken kunnen publiceren met de garantie dat die via het Internet geleverd kunnen worden en op om het even welk leesapparaat te lezen zijn. Naast een formaat voor de uitwisseling van bestanden en de markup van teksten, is het tevens een formaat voor het regelen van copyrights en royalty's. Elektronische boeken zullen uitgewisseld worden tussen personen en leesapparaten, en zowel de auteur als de uitgeefindustrie heeft er alle belang bij dat een intelligent stuk technologie ervoor zorgt dat er elke keer betaald wordt.
De technologie heeft alles in huis om komaf te maken met de hoge stokkeringskosten waaraan boekhandels ten onder gaan, en een spin-off toepassing te vinden in het Print on Demand (PoD) systeem. Daarbij worden teksten die niet meer in druk zijn elektronische bijgehouden, en elke keer iemand erom vraagt, kan het op verzoek gedrukt en ingebonden worden. Toestellen die dit doen bestaan al (vb. Docutech van Xerox) en er wordt onder andere mee geëxperimenteerd in Amerika en Zweden. Gedaan dus met de 60 tot 70% dode voorraad, wat hogere inkomsten betekent voor de uitgever, de boekverkoper en de auteur. Die laatste zal, door de relatieve eenvoud van de eBook standaard en de productie van eBook software-pakketten weer actief kunnen deelnemen aan het boekbedrijf, door zijn werk in eBook formaat aan te maken, smaakmakertjes te publiceren op het WWW, potentiële klanten te informeren met een e-mail nieuwsbrief, en exemplaren van de volledige tekst te verkopen via het Internet. Angela Adair-hoy bewijst met haar Booklocker.com site dat dit scenario wel degelijk werkt. Ze verkoopt voor meer dan 6000 USD per maand aan e-books, en probeert haar auteurs ervan te overtuigen dat self-publishing ook hogere auteursrechten betekent.
4. Het kaft als bibliotheek
Maar de echte revolutie komt er waarschijnlijk met de commercialisering van e-ink en Paper 2.0. Aan het MIT in Cambridge, Massachusetts ontwikkelt een team onder leiding van J. Jacobson een revolutionair product met de namen e-ink en Paper 2.0. Het elektronische boek van de toekomst bestaat volgens het MIT uit honderden elektronische bladzijden van echt papier die door de e-ink technologie elektronische displays worden. Op de rug van het kaft is er een display en enkele knopjes aangebracht waarmee de lezer een keuze kan maken tussen enkele duizenden titels. Na een fractie van een seconde opent die het boek, en de inhoud van de gekozen titel staat op de bladzijden gedrukt. Wanneer het boek uitgelezen is, kan met een nieuwe keuze een nieuw boek gegenereerd worden.
Om van een papieren drager een veranderbaar medium te maken werd e-ink ontwikkeld. Het is een inktachtige substantie die op om het even welke ondergrond kan gedrukt worden, dus ook papier, en die onder invloed van een elektrisch veld een omkeerbaar bi-stabiele kleurverandering kan ondergaan. Beschouw het als een hele reeks van bolletjes waarvan de bovenkant wit is en de onderkant zwart (of om het even welke andere kleurencombinatie). Onder invloed van een elektrisch veld dat door de centrale geheugenchip wordt aangestuurd, draaien bepaalde bolletjes zodat hun zwarte kant zichtbaar wordt, en blijven andere met hun witte kant zichtbaar: letters verschijnen op het papier. De techniek maakt het ook mogelijk om video-clips in het boek op te nemen. De te verwachten evolutie van de geheugenchips zal het mogelijk maken om 10 terabytes op te slaan, wat met een gematigde compressie overeenkomt met de volledige collectie van de Library of Congress, zo'n 20 miljoen volumes. Maar minder kan ook. De gemiddelde lezer leest gedurende zijn leven niet meer dan 35 gigabytes aan materiaal, en die opslagcapaciteit is nu al leverbaar. Maar als iedereen alle boeken heeft die er zijn, moet er een techniek komen waarmee de lezer rechten betaalt voor elk boek dat hij selecteert. Het nieuwe boek wordt een bibliotheek, en wellicht ook, zoals Jacobson het zelf noemt, The last book.
© Edward Vanhoutte, 1 April 2000.
This text was published as Edward Vanhoutte, 'Het kaft als Boek. Over de grenzen van het boek.' In: DVG - De Vlaamse Gids, 84/2 (maart/april 2000), p. 10-13.
XHTML auteur: Edward Vanhoutte
Last revision: 06/04/2002